Fris voorjaar: 21 debutanten van deze lente

Met het begin van de lente in het vooruitzicht hebben wij 21 frisse debutanten geselecteerd die ons opvielen uit de aanbiedingsbrochures van de uitgevers. Een nieuw begin, dat zich ook kenmerkt in onderstaande debuten.

Tags

Debuut Boektips

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Robin Kramer – Achtertuinen (Oevers, 4 februari)

'Als je maar lang genoeg wacht, verandert alles.' In 'Achtertuinen' schetst Robin Kramer een beeld van de tussen kind en volwassene in bewegende personages. Mensen zweven als planeten om elkaar heen, vriendschappen sluimeren als appelstroop. De hete, zware zomerdagen doen melancholisch aan. De verhalen sluiten naadloos op elkaar aan en lezen als een kluwen ontsnappende woorden, een lange zin waar je je ogen niet van weg kunt houden. Zelfdestructieve sluimeringen, het accepteren van iets wat niet meer is met daarbinnen verandering als vijand terwijl de hoofdpersoon meewarig terugkijkt op 'die schemerachtige jaren waarin we volwassenheid acteerden maar nog dronken als kwakkeljongen, kelen open, schreeuwend op straat en gelovend dat er iets was waartegen we ons verzetten.' Met 'Achtertuinen' schreef Kramer een kwetsbaar en ontroerend debuut dat de lezer dwingt te wonen in het hoofd van de verteller, waarin eenzaamheid nooit ver weg is.

Emma Laura Schouten – Nachtschade (Van Oorschot, 13 februari)

'Altijd zijn wij de vrouw die op bed ligt en wacht in dat stilleven. (…) Wij zeggen niets terwijl ons binnenste naar buiten wordt gekeerd.' De hoofdpersoon uit 'Nachtschade' wordt geteisterd door ernstige migraines. Ze leeft in tussenruimtes als uitslaapkamers, keert naar binnen, en verplaatst zich door de portalen die de ruimtes afscheiden onder begeleiding van Antaura, de oud-Griekse migrainedemon. Ze woont op plekken waar de aarde te ondiep is om wortels uit te zetten. Als houvast verzamelt ze de stemmen van vrouwen die haar voorgingen in de tussentijd, op zoek naar herkenning, soelaas, een teken. Dit leidt haar naar zeventiende-eeuwse filosofe Anne Finch, die zich niet door haar grillen laat vangen. Schoutens debuut verkent de tussenruimte tussen ziekte en gezondheid in een hallucinant inferno dat is opgebouwd uit heldere vignetten, scherpe observaties, verwondering en verwantschap met vrouwelijke denkers en schrijvers.

Mariska Kleinhoonte van Os – Tussen de mazen (Van Oorschot, 14 februari)

In 'Tussen de mazen' beschrijft Mariska Kleinhoonte van Os de intense leefwerelden van degenen die tussen de mazen van het net en de mazen van de wet vallen. Een broer die niet op maar ónder zijn bed ligt. Een begenadigd zakenman die in een ibis verandert. Een vrouw die midden in een rouwproces vriendschap sluit met de bewoner van een hospice. De tour guide die na een dag toeristen entertainen thuiskomt en zijn vrouw afsnauwt. Een eigenzinnige oude vrouw met een teckel die door zijn poten zakt. Een asielzoeker die helemaal de weg kwijtraakt. Kleinhoonte van Os schrijft in een heldere stijl, met oog voor detail en inlevingsvermogen – een debuut vol hartverscheurende verhalen die na het lezen nog lang resoneren.

Thorn de Vries – Schillen (De Geus, 25 februari)

Met 'Schillen' maakt Thorn de Vries diens literaire debuut, waarmee die zich op zeer persoonlijke wijze aan de wereld laat zien. In verhalende gedichten beschrijft die hoe de gelaagdheid van mensen, ruimtes, en tijd als schillen over elkaar heen dartelen, en samen verschillende identiteiten op verschillende plekken vormen en aannemen. De Vries schreef een ontdekkingstocht die die deelt met de lezer, met zinnen als 'als alles constant in verandering is, waarom staat onze identiteit dan vast?' Deze bundel is een uitnodiging tot het pellen van je eigen lagen en tot het vinden van vrede in de tussenruimten. De Vries schrijft direct, in klare taal; soms sterk ('Een nieuw narratief schrijven voor dat kind waar ik afstand van gedaan heb'), soms minder.

Annemieke Dannenberg – Kleine heilige dingen (Lebowski, 25 februari)

Geloof loopt als een rode draad door het leven en werk van schrijver en geestelijk verzorger Annemieke Dannenberg. Judith, de hoofdpersoon in haar debuutroman, zit in haar eindexamenjaar en heeft haar zinnen gezet op het conservatorium. Dannenburg noemde dit verhaal in een eerder interview onvermijdelijk. Telkens als ze iets anders ging schrijven kwam ze terug bij dit personage. 'Kleine heilige dingen' werpt een nieuwe blik op hoe het is om in een afgeschermde religieuze omgeving op te groeien en laat zien wat er kan gebeuren als je wereldbeeld totaal overhoop wordt gegooid.

Marlies Smeenge – De bananenlezers (Ambo Anthos, 11 maart)

'De bananenlezers' vertelt het verhaal van de Nederlandse Loekie, die begint aan een prestigieuze Belgische toneelschool. Ze komt te wonen in woongroep de Kijkdoos waar ze wordt onderworpen aan dagelijkse cultuurclashes. Het komische, avontuurlijke relaas wordt geobserveerd door Loekie (en de lezer) vanaf de zijlijn, die naarmate de roman vordert beiden meer deel worden gemaakt van het bonte gezelschap dat zich steeds hechter om de hoofdpersoon heen vormt. Ze wordt gedwongen uit haar waarnemersrol te stappen, zich in het diepe te storten, en zich kwetsbaar op te stellen om onwaarschijnlijke en onvoorwaardelijke vriendschappen te sluiten. De bonte vriendengroep van Loekie en de absurdistische situaties waarin ze terechtkomt doet denken aan de serie Beter wordt het niet, waarin hoofdpersoon David een nieuw thuis vindt in Berlijn. Misschien dat De bananenlezers ook beter af was geweest als serie, maar het boek stemt in ieder geval vrolijk.

Martin Rombouts – Boek 1 (Das Mag, 12 maart)

'Ik [ben] het je nu verschuldigd, Lezer, om alles te geven', bekent Rombouts aan het begin van 'Boek 1'. Martin Rombouts, voor dit boek vooral bekend als BOYLAND-lid, theatermaker en voormalig slimste mens maakt in dit boek op bijzondere wijze zijn intrede in de literatuur. Hij sleepte zijn eerste vijfsterrenrecensie vorige week al in de wacht. 'Boek 1' gaat over geld, kans en willekeur en belooft de lezer 'een hemelbestormende debuutroman'.

Arthur Goemans – De Verkavelingen (Horizon, 20 maart)

In de lente van 2020 wordt een fiets uit de Wildaalse Vaart gevist. Hoe die daar terechtkwam, is een verhaal dat twintig jaar eerder begint, bij het ontstaan van de woelige drievuldigheid Robert, Wes en Jenny - drie vrienden die elk op hun manier een weg zoeken uit een ingeslapen plattelandsdorpje. Drie vrienden die gewapend met poëzie, alcohol en elektrische gitaren de strijd aanbinden met al wat te klein is. In 'De verkavelingen' lezen we over drie vrienden die, terwijl hun dorp langzaam verkaveld wordt tot hippe randgemeente, architect worden van hun eigen tragedie.

Yasmin Namavar – Verblijf (Jurgen Maas, 21 maart)

In poëziebundel 'Verblijf' vraagt Yasmin Namavar zich af wat het betekent om ergens, overal, nergens thuis te zijn en schetst een rusteloze taal om in te wonen. Waar Namavar eerder haar poëzie stapsgewijs deelde in onder andere De Gids, Tirade, Hollands Maandblad, Poëziekrant en Trouw, wordt de lezer met Verblijf beloond met een cadeau van een gehele bundel. Het bestaat uit kleine taal met grootse verlangens, met mooi gevonden subtiele rijmvormen, beschrijvingen van textuur, geuren, familie, warmte. Ze beschrijft herinneringen aan basmatirijst, zwarte thee, kraaienpootjes, met regels als 'je vond dat je moest wantrouwen wat simpel leek en je waste mijn lichaam met zeep uit aleppo.' De lichamelijkheid en het onaardse in het gedicht 'je verdwijnt voor uren en ik weet dat je met een meisje van magma vrijt' raakt en ontroert – de lezer kan niet wegkijken en is een glibberige getuige. Deze ongemakkelijke, rauwe lichamelijkheid ('de kleermaker van het antoni van leeuwenhoek heeft met naald en draad een voet versteld, uren gestaan, gebogen over tenen en bot') doet eervol denken aan Sasja Janssens 'Ik trek mijn species aan' – en anders, toch. Namavar schreef poëzie die steeds hypnotiserender wordt, tot de lezer er in meegezogen is en er niet meer uit komt tot aan de laatste bladzijde, vol vragen van betekenis en onvervulde verlangens waarvan het bestaan tot dan toe onbekend was.

Irene Wiersma – Prooidier (Passage, 25 maart)

Kirsten, een jonge muzikant, benadert Rudi, een gelauwerde popartiest, met de vraag of hij mee wil werken aan haar debuutalbum. Hij stemt toe, maar al snel blijkt hij heel andere plannen te hebben: hij vraagt haar mee uit en accepteert geen nee. Kirsten doorziet de veel oudere, misogyne man meteen, maar kan geen weerstand bieden: ze raakt geobsedeerd door zijn schaamteloos arrogante en dominante houding. Wat blijft er over als je de bodem bereikt hebt? Hoe kies je voor jezelf als je niet meer weet wie je bent? 'Prooidier' is de debuutroman van muzikant Irene Wiersma, waarin ze thema's onderzoekt als liefde, narcisme, zelfhaat en verslaving. En voor wie niet kan wachten tot 25 maart bracht Wiersma eerder deze maand al het gelijknamige lied 'Prooidier' uit, waarmee ze de sfeer van het boek vast neerzet.

Emma Zuiderveen – De rest is naakt (Prometheus, 31 maart)

So is een eigenzinnige jonge vrouw met een fascinatie voor zee- en weekdieren. Ze groeide op in een wooncollectief, met ouders die het als kunstenaars probeerden te rooien. Wanneer ze haar baan kwijtraakt, strekken de dagen zich eindeloos voor haar uit. Steeds vaker vult So haar dagen met porno kijken. Wat begint als een onschuldige vorm van ontspanning, wordt al snel een verslaving die haar leven overneemt. Terwijl So zich steeds verder verliest in haar scherm, dringt zich een pijnlijke vraag op: waar vlucht ze eigenlijk écht voor? 'De rest is naakt' is een indringend portret van een vrouw in een door beelden overladen wereld. Het is een aangrijpend debuut, doordrenkt met seksuele thematiek, over een leven dat barst als je geen troost zoekt.

Jana Antonissen – Ludwig (De Bezige Bij, 10 april)

Vijf jaar na de ontbinding van het Berlijnse cultexperiment onder leiding van Ludwig von Sachsenheim wordt Mira Maselis gedwongen haar eigen rol onder ogen te zien. De schaamte ver voorbij herinnert ze zich alles. Hoe beïnvloedde haar toetreding tot Ludwigs raadselachtige Neue Gesellschaft de gespannen verhouding met haar vader? In hoeverre was zij medeplichtig aan alle grensoverschrijdingen, groot en klein? En voelt ze zich daar wel voldoende schuldig over? 'Ludwig' is een gedurfde debuutroman waarin Jana Antonissen voelbaar maakt wat verlies met mensen doet in een wereld waarin steeds minder ruimte is voor morele ambiguïteit.

Jochem van der Stok – Speelvuur (Das Mag, 11 april)

Pixelige computerspellen, soft erotische films ’s avonds laat op tv, gabbermuziek in het jeugdhonk, kerkgangers die speculeren op de beurs, carbidschieten met een giertank, de afterparty van het bloemencorso, schuurfeesten waarbij de mobiele eenheid moet komen opdraven, seks in een keet, stal, schuur, tent of de stacaravan van het animatieteam. 'Speelvuur' van Jochem van der Stok schetst het beeld van een plattelandsdorp in de jaren negentig en van het leven van Tomas de Ridder, die daar en dan opgroeit.

Levi Jacobs – Wie ik ben (Atlas Contact, 15 april)

De dertigjarige Levi kampt sinds zijn jeugd met depressies. Als de wanhoop hem naar de keel grijpt, reikt zijn anders zo gesloten vader hem de hand: laten we praten. Samen bezoeken ze het theaterfestival Fringe in Edinburgh. Maar tussen theater en cafébezoek komen de gesprekken moeizaam op gang. Herinneringen over Levis jeugd en relaties dringen zich op. Tegelijkertijd probeert Levi vat te krijgen op zijn destructieve neigingen, die werkelijk contact met een ander in de weg staan. Levi Jacobs ontziet in de roman 'Wie ik ben' niets of niemand, en al helemaal zichzelf niet. Toch blijft hij de deur naar liefde hardnekkig, meedogenloos en ontwapenend opentrappen. Met zijn krachtige pen maakt Jacobs van Wie ik ben niet alleen een moedig, maar ook een hoopvol verhaal.

Steffie Verstappen – Dit is wat ik je zeg (Harper Collins, 16 april)

Met 'Dit is wat ik je zeg' maakt Steffie Verstappen haar daverende debuut in de literatuur. Zij is zo’n vrouw – je kent haar wel – die dacht dat ze het goed voor elkaar had. Totdat ze op de telefoon van haar man kijkt, die ligt op hun perfecte aanrechtblad in hun perfecte nieuwbouwwoning. Hij heeft een affaire, al jaren. Niks in haar leven is wat het leek. Om haar gevoelens onder controle te krijgen, zet ze die op papier. Het wordt een brief aan de ander, aan de minnares. Terwijl haar gezin onherroepelijk uit elkaar valt, doet ze een uiterste poging om haar leven weer naar zich toe te schrijven. Dit is wat ik je zeg is een ontroerend verslag van de liefde en de dingen die voorbijgaan.

Lieselot Mariën – Als de dieren (Das Mag, 30 april)

Dramatis personae zonder naam, de openbarende wereld gadeslaande. Wie is die vrouw in haar kleren, met haar kind? Zij, een parallelle afspiegeling van Inanna, afreizend naar de onderwereld, op zoek naar de vrouw met wie ze is vergroeid. Lieselot Mariën schreef een zoektocht naar betekenis, in taal, naar taal. 'Als de dieren' is een fantoomplek om in te verdwijnen, een koortsdroom, een subversieve realiteit, met erudiete verwijzingen naar de klassiekers die de hoofdpersoon en de lezer bijstaan terwijl ze de poorten naar de onderwereld passeren. Ze zullen nooit meer thuiskomen. Deze leeservaring ontvouwt zich in dankbaarheid: dit boek bestaat.

Kees Versluis – Altijd zondag (Meulenhoff, 9 mei)

Een tragikomische coming-of-ageroman over het opgroeien in een beklemmend christelijk milieu. 'Altijd zondag' geeft een prachtig en herkenbaar tijdsbeeld van Nederland in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw.

Mirjam Liesker – De dood van een hypochonder (Nijgh & Van Ditmar, 15 mei)

Minne Sielker, alleenstaande moeder en eigenaresse van een kapsalon, heeft een moeizame maar liefdevolle band met haar grofgebekte, zwaarlijvige en hypochondrische stiefvader. Zijn liefde voor het leven lijkt voornamelijk door de maag te gaan, totdat hij keelkanker krijgt en weet dat hij gaat sterven. Vanaf dat moment sluit hij de wereld buiten en weigert en saboteert iedere vorm van hulp. Minne doet verwoede pogingen om hem tot steun te zijn in de laatste fase van zijn leven, al lijkt dit een onmogelijke opgave. 'De dood van een hypochonder' is een tragikomische roman over de vraag wanneer je als kind recht hebt op de liefde van een ouder. Heb je als kind het recht grenzen te stellen aan de betekenis ‘onvoorwaardelijke ouderliefde’?

Michael ter Maat – Demarcaties (Passage, 27 mei)

'Demarcaties' verhaalt over de slagschaduw van bestaande en bedachte grenzen. De parade die voorbijkomt is kleurrijk en talloos: zuigelingen, kroondragers, vrouwen die rijstkorrels invlechten, mannen die schaamteloos ruimtes claimen, schijnbaar verloren wezen, wapenbroeders en lenteliefdes. In deze debuutbundel blijft geen kantlijn onopgemerkt; wat zich ophoudt in de marge zal eindelijk voor het voetlicht treden. De gedichten in 'Demarcaties' onderzoeken wat zich afspeelt op het snijvlak tussen daar en hier.

Sophie Visser – De eerste (Zwartjes & Labovic, 28 mei)

Laura is vijfendertig en heeft haar huisje-boompje-beestje-bestaan tevreden omarmd, maar in haar dromen wordt ze nog altijd achtervolgd door Cristian, de jongen op wie ze op de middelbare school stapelverliefd werd. Niet dat ze nog over hem mijmert of naar hem verlangt, maar hij verschijnt letterlijk in haar dromen; soms wekelijks, soms nachten achter elkaar - en dat al jarenlang. In een poging hem uit haar dromen te verdrijven besluit ze over hem te schrijven. Ze wordt gedwongen opnieuw te beleven wat er destijds gebeurde en datgene in de ogen te kijken wat ze al die tijd verborgen heeft gehouden. 'De eerste' is een debuut over de vormende invloed van eerste grote liefde en leven met de verwachtingen van een ander.

Xillan Macrooy – Mensen als zonnen en mensen als manen (Blauw gras, 31 mei)

Lanny groeit samen met zijn tweelingbroer en jongere zus op in Paramaribo. De jongens zijn getalenteerd: ze tekenen en raken zelfs bekend als zangduo. Maar Lanny trekt zich, als hij ouder wordt, steeds meer terug in de maankant van het leven. Hij vindt zichzelf geen zon. En als het steeds duidelijker wordt waar de gevoelens die hij voor zijn beste vriend heeft werkelijk op duiden, breekt een periode aan waarin alles zijn betekenis lijkt te verliezen: de muziek, het vrije zijn dat hij als kind nog volop kon beleven, en zelfs de band met zijn tweelingbroer. Zelden liet een boek de lezer zo toe in de gevoelens, mistbuien, angsten en verlangens van een jonge Zwarte queer man als in dit beeldende poëtische debuut van Xillan Macrooy. Hij schrijft radicaal eerlijk en met hem ontdekt de lezer van dichtbij hoe Lanny zichzelf langzaam in zonlicht leert te zien.