De nieuwe van Anne Steenhoff biedt een hoopgevend stappenplan om kinderen weer aan het lezen te krijgen

Interview door Tessa Berrevoets

Al jaren vliegen de nieuwsberichten over dat Nederlandse kinderen niet meer willen en kunnen lezen ons om de oren, maar niemand lijkt daadwerkelijk in te grijpen. Anne Steenhoff, zelf leerkracht op een basisschool, wilde daar eens flink verandering in brengen. 3 mei verscheen haar debuut Een lui letterland: een hoopvol pamflet vol praktische tips om het leesplezier- en niveau in ons land weer op te krikken.

Tags

Interview De nieuwe van
Foto: Joris Casaer

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer
Je kreeg als leerkracht veel vrijheid om bezig te zijn met leesbevordering op de basisschool waar je werkt. Wanneer kwam het moment dat je dacht, dit moet op papier?

Het eerste moment dat ik merkte dat er iets geks aan de hand was, was toen ik als stagiair op een basisschool op mijn vingers getikt werd omdat ik tijdens het leeskwartier zelf een kinderboek aan het lezen was. Toen zei de docent tegen mij: ‘Je hebt toch wel wat beters te doen?’ En toen dacht ik: ‘Nee, hoezo? Dit is toch het hele idee van een leeskwartier?’ Toen gingen meer dingen me opvallen. De boeken die in de boekenkasten stonden van de basisscholen waar ik stage liep waren bijvoorbeeld heel anders dan de boeken ik zelf vroeger las. Én er waren de eindeloze doemvergaderingen met collega’s over dat het niet goed gaat met het leesniveau van kinderen. Er werden allerlei maatregelen geopperd: er is meer geld nodig, we moeten meedoen met de VoorleesExpress. Dat zijn allemaal goede initiatieven, maar ik hoorde eigenlijk niemand over wat we zelf konden doen.

Wijzen leerkrachten dus vooral naar anderen?

Misschien niet wijzen, want leerkrachten hebben dit probleem niet in hun eentje veroorzaakt, en ze kunnen het ook niet in hun eentje oplossen. Anders had ik wel een boek geschreven alleen voor leerkrachten. Het is heel doelbewust ook gericht aan ouders, en ook aan beleidsmakers. Het gaat gewoon iedereen aan die betrokken is bij de leesopvoeding van kinderen.

Anne Steenhoff – Een lui letterland, Das Mag, 2024

Na jaren achteruitgang in het leesplezier- en niveau hoor je nu vaak: het is vooral belangrijk dát kinderen iets lezen.

Daar ben ik het niet mee eens. Ik vind dat kinderen thuis en in de pauze alles mogen lezen wat ze willen. Als een kind op de wc een Donald Duck wil openslaan, is dat helemaal prima. Alleen tijdens onderwijstijd mogen er gewoon kwaliteitseisen gesteld worden aan wat we kinderen te lezen geven. Bij rekenen vinden we het vanzelfsprekend dat er een bepaald niveau wordt aangeboden, maar bij leesonderwijs laten we dat helemaal los. Een ander voorbeeld: we snappen heel goed dat het onverantwoordelijk is om een kind elke dag het avondeten te laten kiezen, dan wordt er namelijk elke dag iets met een ‘p’ gegeten. Maar als het om lezen gaat, ligt de verantwoordelijkheid ineens wel bij het kind zelf.

Sceptisch zijn gaat niemand verder brengen.

Waarom is het zo belangrijk om je als leerkracht te verdiepen in kinderboeken?

Ik vind echt dat leerkrachten beroepsmatig de plicht hebben om kinderboeken te lezen. Je hebt voor een beroep gekozen waar dit nu eenmaal bijhoort. Maar het helpt ook enorm als je weet hoe je een brug kan slaan tussen wat er in je boekenkast staat, en wat er in je klas speelt. Kinderen willen graag iets lezen waarin ze zichzelf herkennen, dat wil iedereen. Als volwassenen worstelen met dingen in het leven, gaan zij ook opzoek naar verhalen van anderen. Daarnaast is het fijn als je als leerkracht kinderen aanmoedigt om óók te lezen over personages die juist anders zijn dan zij, zodat hun wereld verbreed wordt. 

Je blijft erg hoopvol in je pamflet. Ben je soms niet sceptisch of het tij echt gekeerd kan worden?

Als je sceptisch wordt, heeft het geen zin meer om er een boek over te schrijven. Dan heb je eigenlijk de hoop laten varen, en het is nou net het idee dat dit een hoopvol boek is. Sceptisch zijn gaat niemand verder brengen. Ik kan me ook echt voorstellen dat er heel veel leerkrachten en ouders echt wel iets willen veranderen, maar niet weten waar te beginnen. Het is dan fijn dat je gewoon enkele concrete stappen uit dit boek kunt volgen. Maar naast willen gaat het ook om dúrven te veranderen. Ik sprak laatst wat leerkrachten die zeiden: ‘We zijn het helemaal met je eens, maar onze directie verplicht ons om echt vijf keer in de week begrijpend lezen te geven.’ Dan vind ik eigenlijk dat je echt een soort opstand moet beginnen, maar ik snap dat onrust schoppen ook risico’s kent.

Er groeien echt hele fijne mensen op die veel in hun mars hebben. We moeten hen alleen anders begeleiden.

Eén van de hoofdstukken in Een lui letterland heet: ‘Verban begrijpend lezen.’

Wat je als leerkracht of ouder kan doen zijn vaak de kleinere dingen, maar je hebt natuurlijk ook gewoon te maken met landelijk beleid. De manier waarop we begrijpend lezen onderwijzen hebben we gebaseerd op een Amerikaanse theorie. Je kan altijd iets proberen, alleen zijn we deze methode nu al dertig jaar aan het proberen. Soms werkt iets gewoon niet. Een onderwijssysteem is alleen wel een log en traag orgaan, en grote veranderingen doorvoeren gaat daarom niet zo makkelijk.

Wat hoop je te bereiken met dit boek?

Ik hoop dat het mensen helpt om ergens te beginnen. En dat het hoop biedt.

Er zijn zoveel negatieve berichten over jongeren en hun capaciteiten. De kinderen van nu zijn echt niet ineens dommer doordat ze meer achter schermen zitten. Dat is onzin. Er groeien echt hele fijne mensen op die veel in hun mars hebben. We moeten hen alleen anders begeleiden.

'Een lui letterland' verscheen 3 mei bij Das Mag

Anne Steenhoff schrok van het lage leesniveau dat ze aantrof in haar klas, maar zat ook onmiddellijk vol ideeën om hier iets aan te doen. Dit boek is een hoopvolle poging om het tij van ontlezing in Nederland te keren. Niet met vage ondersteuningsplannen, maar met simpele, haalbare ingrepen.

Meer over 'Een lui letterland'