Zo’n citaat is cruciaal voor het verhaal van Ghosh, die wil laten zien hoezeer epistemisch geweld, ongelijke machtsverdeling en economisch-technocratische dictatuur de aarde niet zozeer uitput, als wel haar betekenis ontneemt. ‘Veroverd, inert en serviel, kan de aarde niet langer veredelen noch verrukken, noch nieuwe aspiraties voortbrengen’, schrijft hij. Hij schetst een beeld van een gemaltraiteerde planeet waar mensen ooit mee samenwerkten – de onuitputtelijke bronnen, de vruchtbaarheid, de verbinding met dieren die tot voedsel dienden maar voor wie ook gezorgd werd – maar die gaandeweg dusdanig beïnvloed en verstoord werd dat de natuurlijke samenhang verdween. Zijn relaas over hoe ecologie economie wordt is aangrijpend en komt neer op: als je iets met geweld een bepaalde richting op duwt – hij spreekt in die context van terraforming – gaat het uiteindelijk stuk.
Op dezelfde reis lees ik Steinbeck, The Grapes of Wrath, de antikapitalistische klassieker over de arbeidersfamilie Joad die in de crisis voor de Tweede Wereldoorlog naar California trekt in een rammelende vrachtwagen over Route 66. Op zoek naar een beter leven maar berooider eindigend dan ze begonnen – net als de Bengaalse vluchtelingen die Ghosh in 2018 spreekt in Italië.
Een van Steinbecks personages, een ex-dominee, heeft het over hetzelfde uiteenvallen dat Ghosh beschrijft: ‘Ik begon te denken hoe heilig we waren toen we één waren, en hoe de mensheid heilig was toen ze een eenheid was. En ze wordt alleen maar onheilig als één rampzalige kleine mens een ander de brokken uit de mond wegpikt, ermee vandoor gaat, om zich heen slaat en ruzie zoekt. Zo iemand vernietigt de heiligheid.’
Heilig is een groot woord en religieus beladen. Ghosh gebruikt het niet maar zegt uiteindelijk hetzelfde, in een pleidooi voor herstel van de eenheid tussen mens en omgeving. Herstel van ruimte voor mensen die in plaats van hun natuurlijke omgeving te zien als bron van economisch gewin, deelnemen aan ‘de wijsheid van het land’. Herwinnen van een intuïtief gevoel voor de vitaliteit van de aarde, noemt hij het. Hij vindt het bij inheemse denkers, sjamanen – én bij verhalenvertellers. Zo eindigt zijn boek met de literatuur, nota bene de Nederlandse. Hij noemt Couperus en Maria Dermoût en hun boeken De stille kracht en De tienduizend dingen als voorbeelden van verhalen waarin geluisterd wordt naar andere stemmen dan die van macht, economie en technologie.
Waar Van Reybrouck zijn Huizingalezing afsloot met enige ogenblikken stilte om te denken aan de levende soorten die nog tijdens zijn lezing waren uitgestorven, vraagt Ghosh aan het slot van zijn boek aandacht voor de stemmen van ‘niet-mensen’. Die van de aarde, van de wind, van de bomen die bossen vormen ouder dan mensen, van de dieren die hun land kennen, dieper dan mensen. Het appel dat beide schrijvers doen is even hoopvol als angstaanjagend – want hoeveel stilte en oor kan onze tetterende, inhalige mensheid opbrengen?
Naar hen luisteren is een begin.
Verder lezen
Amitav Ghosh, De vloek van de nootmuskaat. Boodschap aan een planeet in crisis (AtlasContact, 2023)
David van Reybrouck, Het kolonialisme van de toekomst (De Bezige Bij, 2023)
David van Reybrouck, Revolusi. Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld (De Bezige Bij, 2020)