‘Ik schrijf niet over de oorlog, maar over de mens in de oorlog’

Gesprek met Franka Hummels over het werk van Svetlana Alexijevitsj

Dit najaar, op 28 september, ontvangt Svetlana Alexijevitsj tijdens het ILFU festival de Belle van Zuylenring en houdt ze de Belle van Zuylenlezing. Programmeur Mirjam van Hengel dook onder in haar boeken en sprak met iemand voor wie het werk van Alexijevitsj bepalend is geweest: journalist Franka Hummels, die net als Alexijevitsj een boek over Tsjernobyl schreef en in Belarus woonde en werkte. ‘Ik ben in hoge mate schatplichtig aan haar werk. De geschiedenis, en zeker de Sovjet-geschiedenis, is een verhaal van winnaars en van helden. Van mensen die aan de touwtjes trokken of daar waren waar het gebeurde. Hoe het voor gewone mensen is geweest, wordt niet verteld. Alexijevitsj springt genadeloos in dat gat’.

Tags

Interview Belle van Zuylen Sovjet

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Er zijn ontzettend veel werkelijkheden in de wereld

‘Ik schrijf niet over de oorlog, maar over de mens in de oorlog’, schreef Svetlana Alexijevitsj in haar eerste boek, De oorlog heeft geen vrouwengezicht (1985): ‘Niet de geschiedenis van de oorlog, maar die van gevoelens.’

Gevoelens heeft iedereen en dus sprak Alexijevitsj iedereen. Niet alleen in dat eerste boek, ook in de boeken daarop, tot op heden. Vrouwen aan het front, kinderen in de Tweede wereldoorlog, uitgezonden soldaten naar Afghanistan en overlevenden van Tsjernobyl. In een literaire compilatie van verhalen die ze zelf, jaar in jaar uit, verzamelde in met name haar eigen land, Belarus, laat ze aan het woord wie zelden het woord krijgt. Mensen, ooggetuigen. ‘Samen schrijven we het boek van de tijd.’

In 2015 ontving Alexijevitsj de Nobelprijs. Haar boeken waren hier al verschenen, zijn inmiddels heruitgegeven - hoe zit dat in haar eigen land?

‘In Belarus vallen haar boeken onder de censuur. Iedereen kent haar wel, de Nobelprijswinnares, maar of mensen ook haar werk kennen is een tweede. Het kon lange tijd moeizaam verkocht kon worden en nu echt officieel niet meer. Haar boeken vallen in Belarus onder de censuur. Er is niet echt een aanwijsbaar moment geweest dat ze verboden werden maar mensen nemen steeds minder risico's. Je kunt voor alles worden opgepakt. Als je wit-rode sokken draag, kan dat al een reden zijn. Als je iets doet wat op zich wel mag, bijvoorbeeld publiekelijk de Belarussische taal spreken, dan gaan ze zich bemoeien met bijvoorbeeld je belastingaangiften word je gepakt voor tax evasion. Het is gewoon niet veilig. Alexijevitsj’ boeken liggen ook zeker niet in een boekwinkel. Hooguit online nemen mensen er kennis van. Ze zijn wel trots. Trots dat hun verhaal belangrijk genoeg is om verteld te worden; trots op haar, omdat ze zo ontzettend dapper is geweest altijd.’

Waar bestaat haar dapperheid uit en hoe politiek zijn haar boeken?

‘Ze doet iets dat nog nooit gedaan is, in Belarus is dat op zichzelf al een politieke daad. Ze vertelt de verhalen van mensen die nog niet eerder zijn verteld en waarvan het regime ook niet wíl dat ze verteld worden. Het regime wil graag een eenduidig verhaal, gestoeld op het patriottische, liefst glorieuze Sovjet-verhaal, maar in haar boeken zie je geen glorie. Oorlog is bij Alexijevitsj geen verhaal van helden. Bij haar is alles veel diffuser, zij laat de grijstinten zien. Daarmee valt ze het dominante narratief aan, dat is uitermate politiek en dat weet ze.  Ze wist dat ze dapper was toen ze mensen interviewde en dat die mensen ook dapper waren.’

‘Ze doet iets dat nog nooit gedaan is, in Belarus is dat op zichzelf al een politieke daad.

Haar boeken bevatten tientallen, honderden stemmen die allemaal hun eigen verhaal vertellen. Wat kun je zeggen over de waarheid van haar verhalen? Waar ligt die?

‘In wat mensen hebben beleefd. Het gaat er niet om wat feitelijk gebeurd is, het gaat om de herinneringen, de gevoelens die in mensen hebben postgevat en waar zij naar handelen. Die hen hebben gevormd. De realiteit waarmee mensen leven klopt soms misschien maar deels, maar het is die van hen. Soms gevormd door trauma, soms door propaganda, soms hebben ouders een kind ergens voor willen afschermen en hen een verhaal verteld waar dat kind zich dan naar heeft geplooid: ze laat iedereen aan het woord  zonder een oordeel te vellen over of het verhaal klopt of niet. Ondertussen is het niet zo dat ze zelf geen waarheidschecks doet en ze filtert ook, al is het maar omdat ze weet wanneer ze iemand moet beschermen door iets niet op te schrijven. Ze weet wat er gebeurd is.’

Wat is waarheid überhaupt in een dictatuur?

‘Daar is niet echt een antwoord op en dat is een belangrijk deel van haar werk. In een dictatuur weten mensen dat er geen informatie is, dat de overheid liegt. Maar wat klopt dan wel? Daar bestaat ruimte voor verhalen en ervaringen. Het maakt niet uit of iets waar is, als iemand zegt dat het waar is en dat echt gelooft, dan doet dat ertoe. Dat begrijpt zij en dat is zij gaan onderzoeken, ze is de verhalen op gaan halen. Er zijn ontzettend veel werkelijkheden in de wereld. Zij benut die.’ 

Haar boeken zijn tot stand gekomen via journalistieke methode maar van een grote literaire kracht. Ze schrijft beeldend, componeert sterk en lijkt uit alle verhalen naar boven te kunnen halen wat je raakt en aan het denken zet. In een artikel schreef jij ooit: ‘Ik zou deze hele boeken wel over willen typen.’

‘Ja, dat effect heeft ze. Alles is fascinerend. Ze schrijft gewoon ontzettend goed maar ze is bijvoorbeeld ook heel sterk in het afwisselen van lengte van die stukken. In het gebruik van dialoog. In het kiezen van wanneer  ze zelf aanwezig is in een gesprek en wanneer niet. Ze laat in de melodie van een boek dingen terugkomen, heel subtiel, waardoor ze met elkaar gaan resoneren zonder dat ze dat dik aanzet. Er ontstaat een soort sprookjesachtige sfeer.’

Er zijn ontzettend veel werkelijkheden in de wereld. Zij benut die

Sprookjesachtig?

‘Als je met Belarussen over hun land praat, krijg je altijd eerst beschrijvingen over hoe mooi het land is. Hoe liefelijk het landschap, hoe fijn het is om in de natuur te zijn. Dat is altijd het eerste wat je te horen krijgt, een soort idyllisch beeld. Dat is bij de mensen in Alexijevitsj boeken ook zo, je hoort altijd over hun liefde voor het landschap en de omgeving waarin ze leven. Daarbij voelen ze zich deel van het grotere geheel, van verhalen – waarheden – die worden doorgegeven. Die zijn belangrijk en worden niet weggezet als mogelijke fictie. Kijk: mensen in Belarus hebben altijd in een totalitaire staat geleefd waardoor ze weten dat het officiële verhaal niet per se waar is en de omgang met waarheid diffuser is. Dat zie je terug in die boeken, dat is wat ik sprookjesachtig noem.’

De kracht van haar werk is een sterk voorbeeld van de kracht van literatuur, van taal, van stijl: hoewel ze journalistiek te werk gaat laat ze ruimte aan de verbeelding.

Ze is niet bezig de lezer actief te helpen. Ze bouwt geen bruggetjes tussen haar verhalen, je moet zelf de verbanden zoeken, of voelen misschien zelfs wel. In de journalistiek is dat eigenlijk natuurlijk een no-go. Daar moet je de lezer altijd helpen. Zij laat ruimte voor suggestie. Het kan dus ook dat de ene lezer echt iets anders leest dan de andere. De veelheid van stemmen in haar werk zorgt ervoor dat het ook op een veelheid van manieren gelezen kan worden. Het is superbelangrijke geschiedschrijving maar tegelijk laat het zien wat er is om mens te zijn. Zo laat ze ook partijmensen aan het woord, met hetzelfde respect en dezelfde empathie als anderen, omdat ze onderscheid maakt tussen instituties en persona.’

Haar misschien bekendste boek hier is De oorlog heeft geen vrouwengezicht. Welke rol spelen de vrouwen, van oudsher niet de helden van de geschiedenis, in haar werk?

‘In het officiële Sovjetverhaal waren vrouwen zogenaamd net zo belangrijk als mannen. Er werd samengewerkt, ook vrouwen gingen de oorlog in. Zij laat eigenlijk zien dat er wel degelijk verschil is in de beleving van mannen en vrouwen. Door de cultuur, maar ook van bovenaf, door hoe de maatschappij is ingericht. Ze laat vrouwen zien als soldaten, artsen, piloten, maar ook veel als moeders – een enigszins algemeen geaccepteerde rol om je maatschappelijk uit te spreken. Met de vraag ‘waar is mijn zoon?’ was het Sovjet-regime nooit blij en het huidige Russische regime evenmin, maar de maatschappij accepteert wel dat moeders dat vragen.

Verder laat ze vrouwen vooral als zelfstandige personen aan het woord, dus niet als een soort gemythologiseerd, geëmancipeerd, fantastisch sterk wezen, of als aanhangsel van de man in het gezin, of als de sterke persoon die het gezin draaiend houdt terwijl de man drinkt – om maar even wat clichés te noemen. Ze laat gewoon iedere vrouw op zichzelf zien, met een eigen verhaal, zonder te generaliseren. De vrouw niet generaliseren is op zichzelf al bijzonder, daarmee voegt ze echt belangrijke verhalen toe aan de geschiedschrijving.’

Het zijn vaak heel sterke vrouwen, die ze portretteert.

‘Dat is niet zo gek. Als je meemaakt wat die Sovjetvrouwen meemaakten, dan ga je of dood of je wordt sterk. Maar zij denkt daar voorbij, ze laat de kaders gewoon helemaal vieren. Ze portretteert mensen als mens. Ze geeft ze weer als individu, ieder heeft zijn eigen verhaal. Daaruit kun je misschien een collectief verhaal halen maar dat is heel anders dan andersom: een collectief verhaal vertellen waar de individuele stukjes inpassen. Dat op zichzelf is al revolutionair. Als iemand haar een liefdesverhaal vertelt, ook al rijden daarbij de tanks door de straten, dan hoort zij een liefdesverhaal. Journalisten hebben eerder de neiging dan te zoeken naar het oorlogsverhaal, maar zij laat zien dat een liefde in oorlog nog steeds een liefde is. En toont daarmee dat tanks in de straat anders zijn als je net verliefd bent, dan als je net een kind bent verloren. Dat is ijzersterk.’

Nobelprijswinnaar Svetlana Alexijevitsj spreekt twee keer op ILFU Exploring Stories