Nog een beetje beduusd van het feit dat ze net de Libris Literatuurprijs had gewonnen, richtte Mariken Heitman zich tijdens de uitreiking in haar dankwoord tot de andere genomineerden: ‘Samen maken we een meerstemmig geluid, en ik ben erg fan van meerstemmigheid.’
Dat zie je terug in haar bekroonde roman Wormmaan, die we hier de komende weken samen bespreken. Heel secuur vervlecht Heitman twee verhaallijnen die aanvankelijk ver uiteen lijken te liggen. In het eerste hoofdstuk maken we kennis met ik-verteller Elke, zaadveredelaar van beroep. Nadat haar poging om een superieur pompoenras te kweken is mislukt, vertrekt ze naar een Waddeneiland om een erwt te verwilderen. Terwijl Elke zaden onderwerpt aan een regime en ze eigenschappen opdringt, gaat ze zelf juist gebukt onder de menselijke neiging tot cultiveren en categoriseren: ze voldoet niet aan het beeld dat de buitenwereld van een vrouw heeft en wordt daarom vaak voor een man aangezien. Met alle verwarring van dien.
In het tweede hoofdstuk verspringt het vertelperspectief naar een raadselachtig ‘wij’, dat de stem van onze voorouders blijkt te zijn. Zij nemen ons negenduizend jaar mee terug in de tijd, naar de Levant, naar het begin van de landbouw. In een bijna mythisch scheppingsverhaal vertellen ze ons over een androgyne vrouw die Ra heet. Door de bewoners van de nederzetting waar ze neerstrijkt wordt ze voor een man aangezien. Ook de erwtenplantjes die ze met zich meebrengt en opkweekt leiden tot achterdocht.
Het is gedurfd, een stem geven aan een abstracte entiteit die het menselijke overstijgt. En dan richten die voorouders ook nog het woord tot ons, de lezer! Ze vermoeden dat wij dit verhaal over genderverwarring niet op onszelf betrekken:
Duidelijk maken waarom dit ook over ons gaat, was voor Heitman de aanleiding om Wormmaan te schrijven. In 2019 debuteerde ze met De wateraap, dat ook over Elke gaat. Elke is dan nog een biologiestudente die worstelt met haar identiteit en een fascinatie ontwikkelt voor de wateraap, een vermeende evolutionaire vorm tussen aap en mens. In een interview in NRC vertelt Heitman: ‘Ik herinner me dat een lezer in een beoordeling van het boek op Hebban of Goodreads schreef: “Vlees noch vis”, iets in die trant. Dat raakte me, ik vond het zo exemplarisch voor hoe er vaak over het onderwerp genderidentiteit wordt gesproken. “Tja, wat maakt het toch uit.” Toen dacht ik: dan heb ik het niet goed uitgelegd. Want ik ben ervan overtuigd dat het niet alleen ertoe doet voor een klein groepje dat daar om intrinsieke redenen mee bezig is. Dit gaat ook over jou.’
We zien dus hoe Heitman met verschillende vertelperspectieven het concept meerstemmigheid vormgeeft en zo de belangrijkste thema’s van haar roman – ecologie en gender – introduceert. Volgende week zoomen we verder op die thematiek in. Deze week ben ik benieuwd naar het effect dat de verschillende vertelstemmen op jullie hebben. Wat vonden jullie ervan om direct door de wij-verteller te worden aangesproken? Zijn jullie bereid om met deze verteller mee te gaan? Of roept dat weerstand op? En wat is volgens jullie de functie van ‘de vrouw die ze nooit werd’, die ook een van de stemmen vormt? Alle gedachtes of vragen die al lezend bij jullie opkomen zijn welkom in de comments hieronder. Ik kijk ernaar uit om daar volgende week met jullie over door te praten.