Liefste Julie,
Eindelijk, het voelt als eeuwen geleden dat ik je heb geschreven. Ik heb je mooie brief gelezen en herlezen, zo lief dat hij me bijna aan het huilen maakte. Het helpt niet mee dat ik vanochtend al heb gehuild toen ik mijn vriend uitlegde waarom ik gisteravond moest huilen toen ik had gekeken naar de laatste aflevering van het tweede seizoen van Hacks, de HBO-serie met Jean Smart als oudere stand-up comédienne, die wordt bijgestaan door een jonge comedyschrijfster. Haar rol wordt gespeeld door Hannah Einbinder, ik kende haar hiervoor nog niet, maar ze is echt fantastisch. O god, ben ik zo blij dat ik je spreek en het eerste onderwerp is een televisieserie! Ik stop hier, ik begon er alleen maar over vanwege de tranen, als ze eenmaal de gelegenheid krijgen, blijven ze maar komen. De relatie tussen een oudere vrouw en een jonger meisje, die van de mentor en haar leerling, is een terugkerend thema in mijn boeken. Hier was ik me eigenlijk niet echt van bewust, maar bij het kijken van Hacks, drong dit ineens tot me door.
Ik heb de laatste paar dagen aantekeningen gemaakt van dingen waarover ik je wilde schrijven en nu ik zojuist je brief herlas heb ik de dingen op een envelop gekrabbeld waarvan ik niet moet vergeten om erop te reageren. Om te beginnen: de martini vodka met een olijf. Ook mijn favoriet. Mijn uitgever/redacteur gaf me een pot olijven om me te herinneren aan onze gewoonte om eens in de zoveel tijd samen dirty dirties te drinken. Als je hier bent, en een keer komt die dag, dan neem ik je mee naar onze cocktailbar, die pal naast mijn werkplek zit in hartje Amsterdam. Het is er erg donker, wat een goede zaak kan zijn.
Ik ben niet getrouwd, dus het voelt een beetje vreemd om het over ‘mijn man…’ te hebben, maar ach, toen ik mijn man vertelde over deze correspondentie, zei hij: ‘Wat interessant, jullie schrijven over de situatie in Gaza, neem ik aan.’ Zo gaat dat hier, hij is een pestkop, maar meestal op een liefdevolle manier, hoop ik. Ik denk dat je de spijker op de kop sloeg met wat je zei over de tijden waarin we leven, en dat je niet naar het nieuws kunt luisteren als je wakker ligt. We zijn hier thuis vrij recent gestopt met nieuws kijken, we lezen nog steeds de krant hoor, en daarnaast neem ik deel aan de discussies op redactievergaderingen van het opinietijdschrift waar ik voor werk. Maar in mijn eigen schrijven, bijvoorbeeld in mijn columns, kan ik er de woorden niet voor vinden, ik ben er niet eens naar op zoek. Jaren geleden was ik in de Pierpont Morgan Library in New York waar ik het dagboek van een Amerikaanse vrouw open zag staan in een vitrine. Op de dag van de aanval op Pearl Harbour schreef ze dat ze een pompoentaart had gebakken, zo af en toe schiet me dit te binnen.
Ik ben geen hele toegewijde dagboekschrijfster, net als jij hield ik mijn dagboek in de jaren tussen mijn 12e en 18e veel trouwer bij. Maar ik zoek voortdurend naar methoden om op een gestructureerde manier notities bij te houden. Sinds drie jaar probeer ik iedere dag een zin te schrijven in de Redstone Diaries, thoughts of me & others, in de hoop dat als ik dit teruglees, ik zal begrijpen wat en waarom. In werkelijkheid lees ik nooit iets terug en als ik dat wel doe, snap ik er niets van. Eerste regel die ik dit jaar schreef: ‘I do desire we may be better strangers.’ Het komt uit As You Like It. Nou ja, misschien is dit een enorm cliché in Engeland, maar ik werd erdoor getroffen en ik hoop dat ik over een paar maanden nog steeds weet waarom. Vast.
Ik dacht weer na over het houden dan wel weggooien van dingen, omdat ik voor ons tijdschrift een paar keer op bezoek ging bij Marlene Dumas, ik moest iets schrijven over de manier waarop ze de dingen die haar ontroeren (niet) archiveert, dit was geen gemakkelijke klus, mede omdat het een beetje confronterend was. Ik begon boeken uit de gezamenlijke boekenkast in mijn huis naar mijn werkkamer te verplaatsen, ik had een nogal vaag criterium, iets met ‘spreekt deze schrijver me aan’. Ik zit nog middenin dit proces; het bleek veel moeilijker en tijdrovender dan ik had gedacht.