Wat is de rol van de auteur?
Elke literatuurstudent krijgt het mee, en hoofdpersoon Marie uit Luister ook in haar theorielessen (“Let op!”, lijkt Bronwasser hier te zeggen): wat is de rol van de auteur? Een vraag die je onmogelijk kunt stellen zonder Roland Barthes aan te halen. Zijn La mort de l’auteur (1967) – de dood van de auteur – is het sleuteltje voor de deur waarachter deze vraag hevig bediscussieerd wordt.
Barthes schreef niet bepaald voor de mensen met de korte aandachtsspanne, maar kort samengevat is het zijn theorie dat je sterft als auteur op het moment dat je een verhaal de wereld in helpt. Alles wat je zelf in het verhaal hebt gestopt, al je intenties en mogelijke hoop op hoe de lezers het interpreteren: het is niet meer relevant. De lezer leest, de lezer interpreteert en draagt al haar eigen ervaringen mee, al haar eigen kennis en associaties en herinneringen, en ziet opeens een compleet ander verhaal in het boek dat je zo zorgvuldig hebt samengesteld. Zo ook voor het nummer dat je hebt geschreven. Het schilderij waar je zoveel verborgen elementen aan hebt toegevoegd, voor ware speurders. De fotoserie die je hebt gemaakt.
Maar wat als iemand jouw verhaal voor je schrijft? Wat als iemand het van je afneemt, nog voor je het zelf hebt kunnen vertellen, nog voor je wist dat er een verhaal te vertellen was? Wat blijft er dan nog voor jou over? De auteur is misschien wel gestorven nadat ze je verhaal heeft verteld, maar het personage blijkt springlevend, wordt overgegooid als een bal, van lezer naar lezer, van recensent naar docent. En wat als het personage ook persoon is?
Het verhaal terugnemen
Bij het lezen van de boeken van Sacha Bronwasser moest ik ook denken aan de realityshows die ik zo nu en dan graag kijk. Deelname garandeert dat het productieteam ervoor kiest je verhaal op een bepaalde manier aan de wereld te presenteren: de manier die voor het publiek het meest shockerend, schandalig, aantrekkelijk is. De deelnemers zijn zich er inmiddels, in deze wildgroei van reality-tv, veelal van bewust. In The Ultimatum: Queer Love zegt kandidaat Aussie op een gegeven moment tegen medekandidaat Mildred: “I feel like you say shit on camera to make me look bad, mate.” In een interview, nadat de show voor het eerst uitgezonden is, wordt kandidaat Vanessa gevraagd: “Do you think you got an honest edit?” Denk je dat je in de montage op een eerlijke wijze geportretteerd bent? Met omwegen – misschien door een contractuele verplichting – antwoordt ze van niet. Dit is niet hoe ze is, dit is niet het verhaal dat ze zelf zou vertellen.
Natuurlijk, aan een realityserie meedoen is bij voorbaat de macht uit handen geven, overschaduwd door een bepaald soort hoogmoed waarin je jezelf vertelt dat jij er wél goed uit gaat komen. Maar dat is het punt niet. Deelnemers aan realityshows verschijnen vaak naderhand nog wekenlang in podcasts en interviews, plaatsen nog maar eens een filmpje op hun Instagram waarin ze nu hun ‘echte’ verhaal vertellen. Het is zo immens begrijpelijk, zo menselijk vanzelfsprekend, de behoefte om je perspectief te vertellen, het verhaal terug te nemen, gezien en begrepen te worden. Hier ben ik, een mens met een verhaal, ik besta, luister naar me.