Els: Lies en ik leerden elkaar een goeie vijftien jaar geleden kennen tijdens de Literaire Vertaaldagen in Amsterdam. Het klikte meteen, onder andere omdat we een passie deelden voor jeugdliteratuur vertalen.
Lies: Els had in 2008 al een boek van Jean-Claude Mourlevat vertaald en was erg enthousiast over zijn werk. Toen Mourlevat in 2021 de Astrid Lindgren Memorial Award won, de officieuze Nobelprijs voor jeugdliteratuur, nam ik weer contact op met Els om haar te feliciteren. Hij was tenslotte een beetje háár auteur.
Els: En toen Lies kort daarna van uitgeverij Lannoo het aanbod kreeg om Jefferson te vertalen, stelde ze me voor om het samen te doen. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Ik vind Lies echt een fantastische vertaalster, ze beheerst haar metier en is heel inspirerend. Eindelijk zouden we samenwerken en dan ook nog eens aan een boek van mijn lievelingsauteur.
Lies: Zo gezegd, zo gedaan! Ik wist uit ervaring dat duo-vertalen weliswaar een arbeidsintensief proces is, maar dat het de kwaliteit van het eindresultaat alleen maar ten goede komt.
Els: Ik woon in de Franse Provence, dus af en toe gezellig overleggen bij een koffietje zat er helaas niet in. Onze samenwerking verliep dan ook vooral digitaal, via mail en een Google Doc met belangrijke begrippen. Daarnaast hielden we eindeloze Zoomsessies om knopen door te hakken…
Lies: Als je in duo werkt, mag je geen lange tenen hebben, omdat je onvermijdelijk met de kritische blik van de ander wordt geconfronteerd. Maar omdat we elkaar al zo lang kenden en vertrouwden liep dat bij ons heel vlot. Aan de eindversie kun je eigenlijk niet meer zien wie wat vertaald heeft.