Wat maakt een personage geloofwaardig, of goed?

Marijke Schermer laat de protagonist in haar nieuwste roman In het oog dingen doen die zo wonderlijk zijn dat je in eerste instantie even gaat twijfelen aan de geloofwaardigheid. Wie dringt nou zonder voorzichtigheid het huis van een vreemde binnen? En toch werkt het, geloof je het. Hoe komt dat? Schrijver en schrijfdocent Roos van Rijswijk begeleidt op 25 april de ILFU Book Club met Marijke Schermer en duikt nu alvast in dit hoofdpersonage, Nicola.

Tags

ILFU Book Club

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Een goed personage

O, ik hou zo van goede personages. Ik bedoel niet 'goed' als in 'aan de goede kant van de geschiedenis' of 'aardig' of, God verhoede, 'sympathiek'. Ik bedoel personages die goede personages zijn. Zoals Nicola, de protagonist van Marijke Schermers In het oog.

Laat me eerst iets uitleggen. Niet zelden komt het tijdens de schrijflessen die ik geef voor dat iemand zit te kloten met een verhaal dat maar niet verder komt, of simpelweg sáái is, in het ergste geval voor iedereen behalve de schrijver in kwestie. Ik ben dan zo'n schrijfdocent (we zijn allemaal karikaturen, wat we ook beweren) die zegt: 'In vrédesnaam, laat dat personage iets ERGS doen, heeft ze niet ergens een minnaar liggen, kan hij zijn baas niet gewoon een rotschop geven, wat als je hen tien broodjes kaas laat eten in plaats van die ene, of weet je wat, maak er vijfendertig van, met ketamine toe!'.

'Maar,' brengt de cursist (ook een karikatuur, omarm het gewoon, mensen) er dan tegenin, 'dat zou zij/hij/hen nooit doen!'

In vrédesnaam, laat dat personage iets ERGS doen

Vaak is dat waar, en dat is precies het probleem. Ja, er bestaan werkelijk heel gebalanceerde personages, net echte mensen. Maar weet je wat echte mensen vaak zijn? Saai. Ik bedoel: als jouw geliefde je verlaat, wat doe je dan? Je gaat liggen huilen, moet misschien wat praktische zaken regelen of in enigszins menselijke vorm aan een schoolplein verschijnen, je probeert eens uit of het inderdaad helpt om een liter cookie dough-ijs naar binnen te lepelen terwijl je naar de top 40 uit 1998 luistert (had ik het al over karikaturen gehad?). En dan? Niks bijzonders, hopelijk. Langzaam leef je er een nieuwe jaarring bij, over een net iets andere groef, in een ander of leger huis, misschien vind je wel een nieuw iemand, je ontdekt dat je bent gegroeid als persoon en dat is vooral voor jouzelf interessant, hoera, einde.

Maar wat zou een personage doen? Een wezen dat je schept op papier en dat op dat papier blijft leven, niet van het vel opstaat om in jouw eigen wereld van alles te laten ontsporen, nee, een wezen dat je straffeloos – voor jou, de schrijver, tenminste – dingen in gang kunt laten zetten?

Die zet de dingen straffeloos in gang. Zoals Nicola. Ook zij wordt verlaten door haar geliefde. Ook zij ligt even heel karikaturaal op de keukenvloer in zichzelf te verdrinken. Maar dan ziet ze, in het veganistische restaurant waar ze met haar volwassen dochter heeft gegeten, een man zitten. Ze wordt gegrepen door zijn verstrooide blik.

'Hij had een zachtmoedige uitstraling en zijn lichaam had een jongensachtige tengerheid. In zijn ogen lag iets koortsigs, iets onmiskenbaar wanhopigs, en ik stelde me even voor dat ik hem aan zou raken en hoe gevoelig hij ongetwijfeld zou zijn, heel zacht, en sidderend onder mijn vingertoppen.'

Bij zwijmelen blijft het niet, want Nicola is geen redelijk persoon, zoals jij en ik, maar een goed personage. Nicola volgt de man naar zijn huis. Nicola zal uiteindelijk zelfs zijn huis binnengaan, als hij er niet is. En ook daar is ze nog steeds een goed personage. Ze loopt niet voorzichtig en op kousenvoetjes rond, maar ze handelt. Ze drinkt van zijn wijn, schrijft iets in de kantlijn van zijn krant. Laat sporen na, roept consequenties op. Dat doet ze overigens ook op andere vlakken van haar leven. Want – zonder meer te verklappen dan de flaptekst van de roman – ook haar wetenschappelijk onderzoek naar de bacterie leptotricia animalis kan, na afwijzing van een enorme financieringsaanvraag, wel een 'duwtje in de rug' gebruiken.

Het is niet dat Nicola's wonderlijke keuzes geen gevolgen hebben, natuurlijk. Aan Marijke Schermer de taak die gevolgen zich op geloofwaardige wijze te laten ontrollen, dat kan zij, daar zit hem natuurlijk de pen van een meester in; een vrouw die een tikkie ongeloofwaardig zou zijn als persoon, een volledig geloofwaardig personage te laten zijn. Zo geloofwaardig dat je het verschil bijna uit het oog zou verliezen.

Ik vind dat verschil altijd uitermate boeiend. Personages die op de rand van geloofwaardigheid balanceren. Boeken die ervoor uitkomen dat ze een boek zijn, misschien. Voor anderen zijn dat juist redenen om een boek minder graag te lezen. Iemand aan wie ik het boek opdrong (disclaimer: ik drong het boek aan iedereen op) vond Nicola te kil, te onsympathiek ook.

'Ik vond dat ongeloofwaardig,' zei de lezer, 'dat bestaat niet, en ik vond het gewoon niet leuk om over zo'n vrouw te lezen.'

Waar ik tegenin bracht dat het nu wel bestaat, dat we ons nu ineens de wandel van een vrouw die schijnbaar vrij berekenend een voorschot neemt op de toekomst voor kunnen stellen, en bovendien, kijk nou hoe dat personage is gemaakt! Hoe vakkundig!

Uiteraard bleven de lezer en ik van mening verschillen, want we hadden het over twee verschillende dingen: de likeability van Nicola als persoon en als personage. En hoewel ik Nicola helemaal niet zo onsympathiek vind, weet ik ook hoe nutteloos het is om iemand ervan te overtuigen een ander aardig te vinden. Ik moest denken aan ruzies in de kleuterklas. Een juf of meester die je dwingt het plakkerige handje van je aartsvijand te schudden, die na de lijmpoging nog steeds een rotkop had en naar bosvruchtendanoontje meurde, iets waar anderen zich vreemd genoeg niet aan leken te storen. Geen beginnen aan.

Enfin. Op 25 april praat ik eerst met jullie, en dan met jullie én Marijke Schermer over In het oog. Zoals je uit bovenstaande tekst misschien begreep, las ik het boek (ook) met mijn schrijversoog – dat is maar één manier om het te lezen. Misschien zit er wel een bioloog in de zaal die zijn, hun of haar licht kan laten schijnen op de fictieve bacterie die Schermer schiep, of iemand die veel heeft gedacht en gelezen over romantische relaties. Een klimaatactivist. Een Schermer-kenner, die door het oeuvre heen een lange lijn van freischwebende stukken ruimtepuin kon identificeren. Zelf ben ik benieuwd naar hoe Schermer Nicola schiep, maar minstens zo benieuwd ben ik naar wat jullie, met al die verschillende lezersogen- en hoedanigheden, haar zouden willen vragen.

Koop je kaartje voor deze ILFU Book Club