Wereld Poëziedag
In 1999 werd 21 maart officieel door UNESCO omgedoopt tot Wereld Poëziedag. Door dit besluit wordt het universele belang van poëzie elk jaar opnieuw op internationaal niveau onderschreven: 'Practiced throughout history – in every culture and on every continent – poetry speaks to our common humanity and our shared values, transforming the simplest of poems into a powerful catalyst for dialogue and peace.' Gedichten als katalysator voor dialoog, onderling begrip en zelfs vrede dus. Toch wordt poëzie vaak nog gezien als elitair, ontoegankelijk en ingewikkeld. Om van deze reputatie af te komen strijdt het driekoppige literair collectief Poëzie is een Daad op dagelijkse basis voor meer poëzie voor iedereen. Dichters Joost Oomen en Yentl van Stokkum en redacteur Stefanie Liebreks delen sinds 2021 elke dag een gedicht op hun Instagramkanaal en in 2023 verscheen de bloemlezing Voor alle dagen, Honderd-nog-wat gedichten zonder gelegenheid. Net als het gelijknamige gedicht van Remco Campert laten ze met dit collectief zien dat poëzie verbindt, nieuwe werelden openbreekt en bovendien voor iedereen en voor elk moment is.
Poëzie is een daad
van bevestiging. Ik bevestig
dat ik leef, dat ik niet alleen leef.
Poëzie is een toekomst, denken
aan de volgende week, aan een ander land,
aan jou als je oud bent.
uit: 'Poëzie is een daad' - Remco Campert
In de aanloop naar de vorige editie van Nacht van de Poëzie vroegen we samen met Poëzie is een Daad een aantal dichters het volgende: kies een gedicht dat je dierbaar is en vertel ons waarom. Zo simpel was de opdracht aan deze dichters, en zo simpel kan ook poëzie zijn. Want ook al komt niet iedereen met poëzie in aanraking, iedereen kan erdoor geraakt worden. Vier dichters kozen een gedicht of hele bundel van een Nachtdichter waarin ze troost, herkenning of een hele nieuwe wereld vonden.
Ingmar Heytze over 'Dit is een troostrijk gedicht' van Daan Doesborgh

In 2024 debuteerde Daan Doesborgh met Moet het zo (Van Oorschot), een bundel waarin de dichter de mogelijkheden van het gedicht verkent en bevraagt. Een troostrijke bundel die wat Ingmar Heytze betreft al veel eerder had mogen bestaan: 'Wat had ik graag gewild dat toen de bundel Moet het zo van Daan Doesborgh al had bestaan. Dan had ik in dat restaurant, in plaats van die zompige monoloog, gewoon "Dit is een troostend gedicht" aan mijn vrienden voorgedragen.'
Sophia Blyden over de 'bloedhete' dichtbundel van Yentl van Stokkum
-1742484533.png/779c0d2f67188cb221e5b03e7fa1e8a0.png)
'Laat je door de titel niet op het verkeerde been zetten,' schrijft Sophia Blyden over de laatste dichtbundel van Yentl van Stokkum: 'Winterbloeiers gedijt bij zweetdruppels en zonnestralen.' Met de bezwerende dichtregels in deze bundel wist Yentl van Stokkum volgens Blyden iets te doen wat misschien alleen een goede dichter kan: het ‘bijna ongrijpbare’ in woorden vatten.
Arno Van Vlierberghe over het weer actuele werk van Maarten Inghels
-1742540957.png/c5888e8b51203dff7cca6028e32b6159.png)
Arno Van Vlierberghe herlas het gedicht 'IV. De Koortsdroom' uit de bundel Waakzaam (2011) van Maarten Inghels. Een ouder gedicht dat hij onmogelijk zonder zijn context kan lezen, maar 'als Belg anno 2024 net iets te pijnlijk anno 2011 voelt'.
Erwin Hurenkamp over het oerhert in het werk van Astrid Haerens

Erwin Hurenkamp herlas tot slot de bundel Oerhert (2022) van Astrid Haerens, en ging opnieuw op zoek naar het mysterieuze wezen uit de titel: 'Dit oerhert met zijn gigantische gewei loopt door de hele bundel.' Een goed voorbeeld van hoe poëzie soms niet leest zoals je misschien had verwacht: 'Dit oerhert zou iets heel anders zijn dan wat ik me erbij had voorgesteld, het zou iets heel anders gaan betekenen. Ik moest opnieuw beginnen met lezen.'